Blog Martine Schwagermann

Wet bestuur en toezicht rechtspersonen

Juridisch, 17 mei 2021

Met ingang van 1 juli 2021 treedt de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (hierna ‘WBTR’) in werking. Deze wet is van toepassing op alle verenigingen en stichtingen en beoogt de kwaliteit van bestuur en toezicht bij deze rechtspersonen te verbeteren.  

In dit artikel zetten wij de belangrijkste gevolgen van de WBTR voor verenigingen en stichtingen uiteen.

Toezichthoudend orgaan

De WBTR geeft verenigingen/stichtingen de mogelijkheid voor het opzetten van een toezichthoudend orgaan, zoals een raad van commissarissen of een one-tier board. In een one-tier board bestaat het bestuur uit uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders, waarbij de niet-uitvoerende bestuurder belast zijn met het houden van toezicht. In de praktijk hebben sommige verenigingen/stichtingen al een toezichthoudend orgaan, ondanks dat regelgeving ontbreekt. De WBTR beoogt hierover duidelijkheid te verschaffen.

Tegenstrijdig belang

Voor de BV en NV bestaat al een regeling m.b.t. tegenstrijdig belang. De WBTR legt nu ook een tegenstrijdig belangregeling vast voor verenigingen/stichtingen. De tegenstrijdig belangregeling houdt in dat een bestuurder en/of toezichthouder niet mag mee doen in de besluitvorming indien hij een persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is aan het belang van de vereniging/stichting. Indien hierdoor geen besluit kan worden genomen, kan een ander orgaan worden aangewezen om het betreffende besluit te nemen. Wanneer een vereniging/stichting afwijkt van de tegenstrijdig belangregeling zoals opgenomen in de WBTR, zijn de statutaire bepalingen vanaf het moment van inwerkingtreding van de WBTR ongeldig. Wijziging is niet verplicht, maar worden de bepalingen niet gewijzigd, dan kan vanaf 1 juli 2021 geen beroep meer op die bepalingen worden gedaan.

Belet en ontstentenis

De begrippen belet en ontstentenis komen u misschien niet bekend voor. In het algemeen geldt het volgende. Er is sprake van ontstentenis als een vacature ontstaat, door bijvoorbeeld aftreden, ontslag of overlijden van een bestuurder. Er is sprake van belet als een bestuurder zijn functie tijdelijk niet kan of mag uitoefenen, bijvoorbeeld bij schorsing, ziekte of afwezigheid.

Vanaf de inwerkingtreding van de WBTR, moet bij de eerstvolgende statutenwijziging van een vereniging/stichting een regeling van belet en ontstentenis worden opgenomen voor zowel het bestuur als de raad van toezicht (indien van toepassing). De WBTR bevat geen sancties indien de verplichte regeling niet bij de eerstvolgende statutenwijziging wordt ingevoerd. Vooralsnog zijn de gevolgen van het niet opnemen van een belet- en ontstentenis regeling dus onduidelijk.

Aansprakelijkheid

In de WBTR is bepaald dat bestuurders en/of toezichthouders voor het faillissementstekort van een vereniging/stichting aansprakelijk kunnen zijn, indien sprake is van onbehoorlijk bestuur en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. Ter illustratie; indien de jaarrekening van de rechtspersoon niet of niet tijdig volgens alle voorschriften is opgemaakt en openbaar gemaakt of als een deugdelijke administratie ontbreekt, wordt dwingend aangenomen dat sprake is van onbehoorlijk bestuur of toezicht en wordt vermoed dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is.

De uitzondering dat dit alleen het geval was bij vennootschaps-belastingplichtige stichtingen/verenigingen en bij formele verenigingen is niet meer van toepassing. Vanaf de inwerkingtreding van de WBTR kunnen bestuurders en toezichthouders van alle stichtingen/verenigingen persoonlijk aansprakelijk zijn voor het tekort in een (eventueel) faillissement.

Stemrecht

In de WBTR is een bepaling over meervoudig stemrecht opgenomen. Hierin is bepaald dat aan een bestuurder/toezichthouder meer dan één stem kan worden toegekend in de vergadering, maar dat de bestuurder/toezichthouder nooit meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuursleden of toezichthouders bij elkaar. Indien in de statuten van de vereniging/stichting een bepaling is opgenomen waarin deze grens wordt overschreden, geldt dat deze regeling 5 jaar na inwerkingtreding van de WBTR nietig is. Na verloop van 5 jaar kan er dus geen beroep meer worden gedaan op de oude statutaire bepaling. Het kan dus raadzaam zijn om de statutaire bepalingen binnen 5 jaar te herschrijven.

Ontslag

Tenslotte bevat de WBTR een verruiming van de mogelijkheden die een rechter heeft t.a.v. ontslag van een bestuurder/toezichthouder van een stichting op verzoek van het Openbaar Ministerie of belanghebbende. Een rechter kan de bestuurder/toezichthouder ontslaan wegens verwaarlozing van zijn taak, een ingrijpende wijziging van omstandigheden op grond waarvan het voortduren van zijn taak in redelijkheid niet kan worden geduld of wegens andere gewichtige redenen. De rechter heeft hierbij ruime beoordelingsvrijheid.

Zoals gezegd treedt de WBTR per 1 juli 2021 in werking. Het is raadzaam om de statuten van uw vereniging/stichting door te nemen en eventueel te laten aanpassen/aanvullen. Desgewenst assisteren wij u graag bij deze beoordeling!

Deel dit bericht via